dinsdag 10 mei 2011

La Rochelle

We rijden naar La Rochelle, een havenplaats gelegen aan de Atlantische Oceaan, hoofdstad van de Charente-Maritime. Want, zo is ons verteld, daar is een enorm zee-aquarium, een topattractie, daar moet je geweest zijn.
Je gelooft dat.

Op de enorme parking is nauwelijks nog plaats. We zijn niet de enigen. Dat wordt nog eens extra duidelijk als we binnenkomen. Ik zie vier lange kassarijen en hoor het gejengel van verveelde kinderen die al te lang moeten wachten. We sluiten maar aan.

Achter me staat een vrouw met kinderwagen. Ze heeft er kennelijk haar aardigheid in voortdurend tegen m'n kuiten aan te rijden. Ik ga me niet opwinden, neem ik me voor, want dit is namelijk een leuke dag.
Het duurt wel een beetje lang hè, papa, zegt Rick. Ja, het schiet niet op.
Vóór me zie ik dat een koppel uit de trage rij naast ons in onze rij gaat staan. Niemand die er iets van zegt. Ik houd me aan mijn voornemen.

Nadat we betaald hebben, blijken we niet naar binnen te mogen. Het is te druk. Brandweervoorschriften en zo. Of we nog even willen wachten. Dat doen we met een dertigtal anderen. Maar uiteindelijk is het zover, de deur gaat open. De vrouw met kinderwagen heeft haast, rijdt over mijn voet en is blij, zo vermoed ik, nu enkele seconden eerder een vis te kunnen gaan aanschouwen.

Bij binnenkomst slaat de warmte in je gezicht. De hele ruimte staat bomvol. We willen haaien zien. Dat gaat niet, dat wil iedereen. Ik meen tussen de horde mensen een glimp van een haai op te vangen. Rick ziet niets. En wat is het warm. We gaan maar naar de zeepaardjes, daar is het nog een beetje te doen. Daarnaast bevinden zich de zeenaalden, een soort zeepaardjes die te lui zijn een sierlijke vorm aan te nemen. Ik zeg Rick dat dit ook vissen zijn, maar hij wil echte vissen zien. Grote.

Bij de grote vissen krioelt het nog steeds van de mensen. Iedereen heeft het warm, dat ruik ik. Ik moet weg bij die Franse zweetlucht. Dan toch maar kleine visjes bekijken. Mijn vrouw heeft het gehad en wil weg. Ik kijk naar een zeepok. Hij lacht me uit.

"Sortie" staat boven een deur. Wat een mooi woord. Buiten is het prachtig weer. Voor ons is het er lekker koel. We lopen voorbij de ingang. Ik zie lange rijen en hoor het gejengel van kinderen.

2 opmerkingen:

  1. Heel fraai weer. krijg het er Spaans benauwd van.

    Rita van Ed

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Heel herkenbaar en toch doen we dit , ruik gewoon de vochtigheid.

    BeantwoordenVerwijderen