vrijdag 27 augustus 2010

Vlinderstrik

December 2009, feest in Sluis, lokatie Le Répertoire. We weten op voorhand hoe dat zal aflopen, dus we hebben een hotelletje geboekt. De luxe Dikke van Dale bleek al volzet, maar in het hotel met de vogel is nog plaats.

De ontvangst is hartelijk. De kamer doet wat sjofel aan, maar is ruim genoeg en tenslotte hebben we alleen een bed nodig. Als dat een beetje slaapt, zijn we allang tevreden. We zijn daar gemakkelijk in.

Mijn vrouw heeft haar galajurk aangetrokken en doet haar make-up. Ik trek mijn smoking aan en zoek mijn manchetknopen.
Ineens horen we een zeker ritmisch getik. We gaan op onderzoek en zien op het systeemplafond, vlak bij de kamerdeur, een grote natte plek. Waterdruppels vallen op onze vloerbedekking. Mijn vrouw gaat de gastheer waarschuwen.

Ik ben bezig met mijn vlinderstrik en houd intussen het plafond in de gaten. Op de gang hoor ik mijn vrouw tezamen met een mannenstem terugkomen. Juist op het moment dat ze de kamerdeur openen, stort een deel van het plafond met lawaai naar beneden. Een plas water volgt. We staan met z'n drieën naar boven te kijken. Niemand zegt wat.
 "Da's niet goed", zegt onze gastheer op een gegeven moment. Hij is geërgerd door de situatie, dat zien we, begrijpelijk ook, net op een drukke zaterdagavond. Naar ons toe blijft hij hoffelijk en biedt een andere kamer aan, "maar die is niet zo luxe". We vinden het wel goed zo.

Wij kunnen gewoon naar het feest, zegt hij. Hij zal zorgen dat het op de grond liggende plafond straks door het personeel wordt opgeruimd en dat de bovenleidingen worden afgesloten. We leggen onze koffers met daarin onze kleding voor morgen voor de zekerheid in een veilige, droge hoek van de kamer.
Het feest kan beginnen.

In Le Répertoire kun je een feestje bouwen. Het eten is goed, de bediening is vriendelijk en de band zorgt voor ambiance. Verder een pot ouwehoeren. Zo hoort het. Na afloop nog een afzakkertje in café Jopie. Superavond.

We worden wakker. Na een verfrissende douche willen we ons aankleden en openen onze koffers. Onze kleren blijken vochtig te zijn, in beide koffers staat wat water. Maar het plafond daarboven is kurkdroog evenals de buitenkant van de koffers. Dit kan natuurlijk niet uit zich zelf zijn gebeurd en we trekken onze conclusie.

Beneden aangekomen treffen we de gastheer. Hij is weer hartelijk. We ontdekken niets in zijn ogen, ook verder doet hij niet vreemd. Goed, híj zal het dan wel niet zijn geweest. Maar kloppen doet hier iets niet. We zeggen er niets van en betalen de rekening.

Voor we op huis aan gaan, lopen we rond in Sluis. Te drogen. We gaan ontbijten in de Oude Kerkstraat. Terwijl we onze koffie krijgen, vraagt mijn vrouw zich hardop af of wij toch niet een beetje té gemakkelijk zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten